Naar inhoud springen

Pagina:Darwin - Het ontstaan der soorten (1860).djvu/398

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
110
DE VERSPREIDING DER SOORTEN OVER DE AARDE.

bijna de zelfde gewoonten hebben als onzen hazen en konijnen en tot de zelfde orde der knaagdieren, Rodentia, behooren; maar zij vertoonen ten klaarste een amerikaanschen vorm. Wij beklimmen de hooge toppen der Cordilleras en vinden eene soort van bizcacha die op de bergen leeft: wij zien naar de wateren en wij vinden geen bever, Castor fiber noch muskusrat, Fiber zibethicus, maar den coypu, Myopotamus coypus, en den capybara, Hydrochoerus capybara: knaagdieren van een amerikaanschen vorm. En zulke gevallen zijn er veel. Zien wij naar de eilanden van de amerikaansche kust—hoeveel zij ook geologisch mogen verschillen—hunne bewoners zijn toch echt amerikaansche vormen, al zijn zij allen van bijzondere soorten. Wij mogen naar het verledene terugzien, en wij vinden amerikaansche vormen op het amerikaansche vasteland en in de amerikaansche zeeën. Wij zien in die feiten een verband der bewerktuigde wezens dat door tijd en ruimte bestaan blijft, onafhankelijk van de physische voorwaarden des levens. Hij is geen waar natuurkundige, die niet tracht te weten wat dat verband is.

Naar mijn gevoelen is dat verband niets anders dan de erfelijkheid, de magt die, in zooverre wij kunnen nagaan, alleen in staat is om volkomen gelijke, of, zooals wij in de rassen zien, bijna gelijke wezens voort te brengen. De ongelijkheid der bewoners van verschillende landstreken moet toegeschreven worden aan wijzigingen door de natuurkeus, en in zekere mate ook aan den onmiddellijken invloed van verschillende physische voorwaarden. De graad van ongelijkheid zal afhangen van de verhuizing der meer heerschende vormen van de eene streek naar de andere, met meer of minder gemak uitgevoerd gedurende min of meer verledene tijdperken—zal afhangen van den aard en het getal van vroegere landverhuizers—zal vooral afhangen van hunne werking en terugwerking op elkander in den langdurigen strijd voor het bestaan. Zoo blijkt dus hier de groote belangrijkheid van slagboomen