Pagina:Darwin - Het ontstaan der soorten (1860).djvu/397

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
109
VERSCHILLENDE FAUNAAS.

de Stille zee, ontmoeten wij geen onoverkomelijke slagboomen, maar wel vinden wij tallooze eilanden als rustplaatsen, of aaneengeschakelde kusten, totdat wij, na de helft der aarde bereisd te hebben, op de kusten van Afrika aanlanden: en zie! over die geheele uitgestrektheid vinden wij geen wel afgebakende of verschillende zeefaunaas. Ofschoon er naauwelijks een weekdier, een schaaldier of een visch gemeen is aan de bovengenoemde drie aaneen grenzende faunaas van Oost- en West Amerika en de oostelijke eilanden der Stille zee, zijn er echter vele visschen gemeen in de Stille en de Indische zee, en vele schelpdieren zijn gemeen aan de oostelijke eilanden der Stille zee en de oostkust van Afrika, op bijna volkomen tegenovergestelde lengtegraden.

Een derde voornaam punt, gedeeltelijk in de twee vorigen besloten, is de algemeene onderlinge verwantschap der wezens van het zelfde vaste land of van de zelfde zee; ofschoon de soorten op verschillende plekken en hoogten onderscheiden zijn. Dit is eene zeer algemeene wet, die op elk vast land wordt gevolgd. Desniettemin wordt een natuurkundige, die bij voorbeeld van noord naar zuid reist, getroffen door de wijze waarop de opvolgende groepen der schepselen soortelijk verschillen, en echter duidelijk met elkander verwant zijn en elkander vervangen. Hij hoort naverwante en echter verschillende soorten van vogels bijna gelijk zingen, ziet hunne nesten bijna gelijk ingerigt, en de eijeren bijna gelijk van kleur, maar desniettemin bespeurt hij in alles eenig verschil. De vlakten aan de straat van Magelhaens worden door eene soort van struisvogel, Rhea Darwini, en noordwaarts worden de vlakten van La Plata door eene andere soort, Rhea americana, bewoond, en niet door een echten struisvogel, Struthio camelus, of door eenen emu, Dromaius Novae Hollandiae, gelijk die welke op de zelfde breedte in Afrika en Nieuw Holland leven. Op die zelfde vlakten van La Plata zien wij den agoeti, Dasyprocta aguti, en den bizcacha, Lagostomus trichodactylus, dieren die