Pagina:Darwin - Het ontstaan der soorten (1860).djvu/403

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
115
VERHUIZING VAN GESLACHTEN.

oppervlakte der aarde, door vele voorbeelden verklaard kan worden, uit het oogpunt dat elke soort verhuisd is van eene enkele geboorteplaats naar vele andere plaatsen, dan is het geloof—in aanmerking nemende onze onwetendheid ten opzigte van vroegere veranderingen van het klimaat en van den vorm der landen, en onze onkunde van de verschillende middelen van vervoer—dat dit de algemeene wet is geweest, naar mijn gevoelen het meest aannemelijk.

Onder het bespreken van dit onderwerp zullen wij tevens een voor ons even belangrijk punt beschouwen, namelijk of de verschillende soorten van een geslacht, die volgens mijne leer allen van een algemeenen stamvader afstammen, verhuisd kunnen zijn uit het gewest dat door dien stamvader werd bewoond, en of zij gedurende die verhuizing gewijzigd zijn geworden. Als het bewezen kan worden dat het bijna onveranderlijk het geval is, dat eene landstreek, waarvan de meeste bewoners naverwant aan elkander zijn, of tot het zelfde geslacht behooren met de soorten van een tweede gewest, waarschijnlijk in een vorig tijdperk verhuizers uit die andere landstreek heeft ontvangen, dan wordt mijne leer daardoor bevestigd; want wij kunnen begrijpen, wetende hoe groot de wijzigingen zijn, waarom de bewoners eener streek verwant zullen zijn aan die eener andere, waaruit zij voortgekomen zijn. Een vulkanisch eiland, bij voorbeeld, opgeheven en gevormd op den afstand van eenige honderde mijlen van een vast land, zal waarschijnlijk in den loop der tijden eenige kolonisten van het vaste land ontvangen, en hunne nakomelingen, ofschoon gewijzigd, zullen nog altijd door de overerving verwant blijven aan de bewoners van het vaste land. Dergelijke gevallen zijn zeer algemeen, en, gelijk wij in het vervolg meer uitvoerig bewezen zullen zien, volkomen onverklaarbaar uit het oogpunt dat de soorten onafhankelijk van elkander zijn geschapen. Dit gevoelen over de verwantschap eener soort tot die in een ander gewest is niet zeer verschillend—als wij het woord ras nemen in plaats