Naar inhoud springen

Pagina:Darwin - Het ontstaan der soorten (1860).djvu/411

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
123
ZAADKORRELS IN VOGELS.

zamelde ik in mijnen tuin twaalf soorten van zaden uit de uitwerpselen van kleine vogels: zij schenen allen ongedeerd te zijn en eenigen daarvan ontkiemden, toen ik zulks beproefde. Maar het volgende feit is van veel grooter gewigt. De krop des vogels scheidt geen spoor van maagsap af, en bederft in het minst niet, wat ik volgens herhaalde proefnemingen durf te verzekeren, het ontkiemen der zaadkorrels: als een vogel eene menigte zaadkorrels heeft ingeslikt, is het een wel bewezen feit dat die zaden niet vóór 12 en zelfs 18 uren in de maag aankomen. Gedurende dien tijd kan een vogel gemakkelijk 500 mijlen ver vliegen, geholpen door den wind. Nu is het bekend dat havikken vooral op vogels loeren die vermoeid zijn: de inhoud van hunne uiteengescheurde kroppen kan zoodoende verre verspreid worden. De heer brent deelt mij mede dat een zijner vrienden postduiven in Frankrijk opliet, die naar Engeland terugkeerden; maar dat de meesten bij hare komst op engelschen bodem door havikken verscheurd werden. Sommige havikken en uilen verslinden hunne prooi geheel en al, en braken na verloop van 12 tot 20 uren geheele kluwens vederen uit, die, zooals mij uit waarnemingen, in den Zoological Garden gedaan, is gebleken, zaden voor ontkieming vatbaar bevatten. Zaadkorrels van rogge, tarwe, gierst, kanariezaad, hennip, klaver en beet ontkiemden na 12 tot 21 uren in de maag van verschillende roofvogels vertoefd te hebben: twee zaadkorrels van beet zelfs nadat zij daar 2 dagen en 14 uren in geweest waren. Zoetwatervisschen eten zaden van verscheidene land- en waterplanten: zulke visschen worden niet zelden door vogels verslonden, en zoodoende worden ook die zaden heinde en verre verspreid. Ik stopte onderscheidene soorten van zaden in de maag van doode visschen, en gaf zulke visschen daarna aan vischarenden, Pandion, ooijevaars en pelikanen: na verloop van eenige uren braakten die vogels de zaadkorrels weder uit, of zij kwamen met de drekstoffen naar buiten en verscheidene van die zaden behielden hunne kiemkracht. Het