Pagina:Darwin - Het ontstaan der soorten (1860).djvu/503

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
215
EMBRYOOS.

beste en, indien onze verzamelingen volmaakt waren, inderdaad de eenig mogelijke rangschikking eene genealogische zijn. Reeds vroeger heb ik het gezegd: de afkomst is naar mijn gevoelen de band die de natuurkundigen gezocht hebben onder den naam van het natuurlijke stelsel. Uit dit oogpunt kunnen wij begrijpen hoe het komt dat in de oogen van de meeste natuurkundigen de inrigting van het embryo zelfs meer van belang is voor de rangschikking, dan die van het volwassene dier. Want het embryo is het dier in zijnen minst gewijzigden toestand, en in zooverre verkondigt het hoe zijn stamvader was ingerigt. Als twee groepen van dieren, hoeveel zij tegenwoordig ook in ligchaamsinrigting en in gewoonten mogen verschillen, de zelfde of gelijke embryonale toestanden doorloopen, kunnen wij zeker zijn dat beiden van de zelfde of van bijna gelijke stamouders afkomstig zijn, en dus in dien graad zijn verwant. Derhalve gemeenschappelijkheid van embryonale inrigting geeft gemeenschappelijkheid van afkomst te kennen. Zij zal die gemeenschappelijkheid van afkomst te kennen geven hoeveel de inrigting van het volwassene dier ook gewijzigd moge zijn: wij hebben gezien dat de rankpootigen door hunne larven in eens erkend kunnen worden als tot de groote klasse der schaaldieren te behooren. Wijl de embryonale toestand van elke soort en groep van soorten ons ten deele de inrigting toont van hare minst gewijzigde oude stamouders, wordt het ons duidelijk waarom oude en uitgestorvene vormen des levens moeten gelijken op de embryoos harer afstammelingen onder bestaande soorten. Agassiz gelooft dat dit eene wet der natuur is: ik moet evenwel bekennen dat ik slechts hoop te zien, dat die wet in het vervolg bewezen wordt waar te zijn. Zij kan in die gevallen alleen bewezen worden waarin de oude toestand, nu voorondersteld door de bestaande embryoos te worden vertegenwoordigd, niet onkenbaar is geworden door de vele wijzigingen, die in een zeer vroeg tijdperk zijn voorgevallen, of door dat de wijzigingen geërfd zijn geworden in