Naar inhoud springen

Pagina:Darwin - Het ontstaan der soorten (1860).djvu/56

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
42
OVER DE VERANDERINGEN IN DEN TAMMEN STAAT.

het tegendeel waarheid is. De sleutel van dit alles is het vermogen van den mensch om telkens en onophoudelijk voorwerpen ter voortplanting uit te kiezen, die zulke wijzigingen bezitten waarvan hij het meeste nut kan trekken. De natuur schept de wijzigingen, maar de mensch stapelt die in zekere rigting op tot zijn voordeel. In dezen zin, mag men zeggen, maakt de mensch de rassen die hem nuttig zijn.

De groote magt van den mensch in het wijzigen der rassen door zijne keus uit de individuen, is geenszins eene vooronderstelde. Hoeveel veefokkers zijn er niet, die zelfs gedurende den zoo korten leeftijd des menschen er in geslaagd zijn, om sommige rassen van runderen of schapen grootelijks te wijzigen. Men moet die dieren zien om het te gelooven. Vele veefokkers spreken over de dierlijke bewerktuiging als over een stuk klei, dat zij in alle mogelijke vormen kunnen kneden. Youatt, de man wiens kennis van den landbouw zoo groot was als voor een mensch slechts mogelijk is, en die wel over de dieren wist te oordeelen, zegt over de keus van den mensch ten opzigte van de wijziging der rassen: "Zij stelt den landbouwer niet slechts in staat om het karakter zijner kudde te wijzigen, maar ook om het geheel te veranderen. Zij is de tooverstaf die hem in staat stelt om aan het levende dier dien vorm en die eigenschappen te geven, welke hij verkiest." Lord somerville, sprekende over hetgeen de veefokkers van het schaap gemaakt hebben, zegt: "het schijnt als of zij eerst eene gedaante gevormd en die vervolgens levend gemaakt hebben." Sir john sebright was gewoon te zeggen, sprekende over duiven, "dat hij eene vooraf bepaalde kleur in drie jaren kon voortbrengen, maar dat hij zes jaren noodig had om een kop en een bek te vormen." In Saksen stelt men zooveel belang in het doen van eene goede keus ten opzigte van de merinoschapen, dat men er zelfs eene soort van handwerk van maakt: de schapen worden op eene tafel geplaatst en bekeken zooals een liefhebber eene schilderij bekijkt; dit geschiedt drie maal in het jaar, en de schapen worden telkens gemerkt