14
op school, waar zij zooveel pret hadden dat zij met moeite weer huiswaarts gingen. Terwijl zijn konkurrenten 13 à 14 uur dagelijks werken lieten, werd in New-Lanark slechts 10½ uur gewerkt. Toen een katoenkrisis dwong tot sluiting der fabriek gedurende vier maanden, werd aan de arbeiders het volle loon uitbetaald. En daarbij had de fabriek haar waarde meer dan verdubbeld en rijke winst verschaft aan de eigenaars.
Daarmede was Owen niet tevreden. Het bestaan, dat hij zijn arbeiders verschaft had, was in zijn oogen nog lang niet menschwaardig; "de lieden waren mijn slaven"; de in verhouding gunstige omstandigheden, waarin hij ze verplaatst had, waren er nog verre van af om een alzijdige, rationeele ontwikkeling van karakter en verstand, laat staan een vrije werkzaamheid tot resultaat te verkrijgen. En toch produceerde het arbeidende deel van deze 2500 menschen evenveel werkelijken rijkdom voor de maatschappij als nauwelijks een halve eeuw geleden een bevolking van 600.000 kon voortbrengen. Ik vroeg mij af: wat wordt er uit het verschil tusschen den rijkdom, die verteerd wordt door 2500 personen en dien de 600.000 hadden moeten verteren?" Het antwoord was duidelijk. Hij was gebruikt om den bezitters van de inrichting 5 pct. rente van het kapitaal en buitendien nog meer dan 300 000 P. St. (3.600.000 gulden) winst af te werpen. En wat gold van New-Lanark, was in nog grootere mate het geval met alle fabrieken in Engeland. "Zonder dien nieuwen rijkdom, die door de machines werd te voorschijn gebracht, zouden de oorlogen tot den val van Napoleon en het in stand houden der aristokratische beginselen der maatschappij niet volgehouden kunnen zijn. En toch deze nieuwe macht was de schepping