Pagina:DeVeluwe eene wandeling (Heldring & Graadt Jonckers 1845).djvu/43

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

( 35 )

welken deze heuvelen zich verspreiden; geene orde noch regelmaat bespenrt men in hunne plaatsing; zij liggen ver- spreid, nu eens aan den weg open en voor het oog, dan verborgen onder groenend geboomte. Eenmaal, toen dit gansche oord nog eene woestenij was, zal hun getal wel veel grooter geweest zijn; thans, echter, zijn zij slechts daar nog, waar geene ploeg den grond omwierp, en geen men- schenarbeid denzelven slechtte.

Sommigen dezer heuvelen, vooral zij, die boven het dorp Heelsum gelegen zijn, waren in het midden doorgegraven ; men had er potten, waarschijnlijk urnen, in gevonden. Na- bij eenen derzelven ontdekte eens een landman eenen schat met romeinsche penningen, waarvan sommigen het beeld der Antonijnen vertoonden; de anderen waren door eenen zilversmid gekocht en versmolten. Dit alles verhaalde ons iemand, die in deze streken te huis behoort; hij zag ons de heuvelen opnemen, en was bereid onze vragen te beant- woorden. Hij voerde ons verder de heide op naar eene eenzame plaats, vanwaar men, midden op de barre heide, het heerlijkste gezigt heeft op het zoo bekoorlijke Heelsum.