Naar inhoud springen

Pagina:De Duinen en Bosschen van Kennemerland, Van Eeden 1868.djvu/36

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

18

konijn of het gonzen der insekten wisselt die stilte af. Nu eens luider, dan zwakker brommend, zweven die insekten in het zonlicht rondom ons, en hun muziek wordt begeleid door het geheimzinnig getril der blaadjes, waarop zij zich telkens nederzetten.

In deze boschjes, die zich in zamenhangende en afzonderlijke groepen zeer ver uitstrekken, leeft nog het laatste overblijfsel van de oude Hollandsche natuur; van die digt met bosschen begroeide streek, die zich eenmaal veel verder naar de zee uitstrekte en langzamerhand door de duinen is overzand. Diep onder de duinen liggen de dikke stammen en wortels dier oude bosschen begraven;—bij het graven van een nieuw kanaal voor de duin-waterleiding, zeer digt aan zee, zag ik een menigte dergelijke stammen uit eene aanmerkelijke diepte te voorschijn halen.—Maar die vernielende overstuiving duurt, hoewel in minder mate, nog in onzen tijd voort, en de boschjes, waarin wij ons thans bevinden, zijn steeds aan het dreigendste gevaar blootgesteld.

Vele karaktervolle, elders in het duin niet meer aanwezige planten hebben zich in deze laatste wijkplaats teruggetrokken. Hier groeljen nevens de berken, wilgen en popels, de denneboom (Pinus sylvestris L.), de vogelkers (Prunus Padus L.), de meidoorn (Crataegus monogyna jacq.), de berberis (Berberis vulgaris L.), de lijsterbes (Sorbus aucuparia L.), de sneeuwbal of Geldersche-roos (Viburnum Opulus L.) met zijn witte bloemschermen, de liguster, die met zijn sierlijke, harde, loverachtige blaadjes, groenwitte bloemen en blaauwzwarte bessen aan de zuidelijke mirten herinnert, de aspersie met haar fijn verdeeld en levendig groen, zeldzamer de papenmuts (Evonymus europaeus L.) met haar zacht rooskleurige vruchtjes, en de jeneverstruik. Tusschen deze heesters rankt de kamperfoelie en schittert met haar goudgele bloemtrossen.

Op den drassigen grond verschuilt zich tusschen het gras de Parnassia palustris, wier naam reeds iets edels en ongemeens verkondigt. Werkelijk is zij een edel plantje, niet minder dan de Pyrola; haar geslacht Is arm aan soorten en bezit zooveel oorspronkelijks,