54
een afscheiding gewild heeft, want die andere zeden zijn het gevolg van een ander luchtgestel, van een anderen bodem en vloeijen geenszins alleen uit een oorspronkelijk verschil van rassen voort.—Ons leven is een gedeelte van het leven der aarde, wier afhankelijke kinderen wij zijn.
In het diepst der boschjes van Bentveld vinden wij kennissen uit den Haarlemmerhout en Berkenrode, de blaauwe hyacinth, en meer langs de wegen het wijngaardslook (Allium vineale L.), met zijn lange groene stengels en fraai roode bloemen, die uit dikke knoppen in een scherm ontluiken.—Hier en daar zien wij ook den bremstruik.—Talrijk en kenmerkend zijn hier tusschen het jonge hakhout de groote, dikke, viltige bladeren der toortsplant (Verbascum Thapsiforme schrad.), die in den Hout niet groeit en tot de flora der met hout begroeide duinstreken behoort; de gele Oenothera (O. biennis L.) komt op nog kaler plaatsen voor en wijst ons den weg naar het opene duin.—Van de boomen zijn, behalve eiken en dennen, de vogelkers, de papenmuts, de lijsterbes en de meidoorn talrijk; wilgen, popels en berken zijn ook niet zeldzaam. Aan de westzijde wordt deze houtstreek begrensd door een hoogen heuvel, vanwaar men een prachtig gezigt over den omtrek heeft en bij goed weder zoowel de torens van Amsterdam als die van Leiden kan zien. Ten westen ziet men van dien top omlaag op een zeer uitgestrekte vlakte, die rondom in de verte door duinreeksen is begrensd. Hier ligt het Rozenwater, waar de Gentiana campestris L., de Valeriana dioïca L., de Orchis incarnata L. en vele andere zeldzame planten gevonden worden; een eind verder de renbaan, vroeger het tooneel van vergeefsche pogingen om Engelsche zeden in Nederland over te planten; maar hier ligt thans onze weg niet. Wij moeten terug naar onze bosschen. Wij loopen door een kleine wildernis regelregt op Bentveld aan en komen eindelijk aan een lange, regte sloot, die de eigenlijke buitenplaats aan de zuidzijde begrenst. Deze sloot is in vergelijking met de meeste slooten rondom Haarlem een edele en belangwekkende sloot, want in haar groeijen vele planten,