Pagina:De Duinen en Bosschen van Kennemerland, Van Eeden 1868.djvu/74

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

56

ziet men hier en daar alleenstaande jeneverstruiken en denneboompjes. Merkwaardig is het, dat deze boschjes zich in onzen tijd hoe langer hoe meer uitbreiden. Oude lieden verzekeren, dat vroeger de duinvalleijen veel kaler waren en daarin veel waterplassen werden gevonden.—De boschjes, die sedert het begin dezer eeuw op Middenduin en achter Elswoud zijn aangelegd, bedekken thans een onafzienbare duinvlakte met jeugdig groen; terwijl meer noordwaarts bijna elke lage vallei in het midden der duinen een meer of minder uitgestrekt boschje bezit. De berk en de klaterpopel, ook de zwarte, de grijsachtige en de witte popel, de kruipwilg, de ruige wilg, de geoorde wilg, en hier en daar de den, zijn hier de voornaamste boomsoorten. Somtijds vindt men alleen popels, somtijds alleen berken; dikwijls beide boomsoorten dooreen. Achter Elswoud is een breede en lange laan van dennen en popels, die een uitgestrekte duinvlakte doorsnijdt. De berkenboschjes vertoonen zich in het voorjaar, als hunne knoppen beginnen te zwellen, in de verte als donkere violette strepen op den gelen duingrond. In de groote uitbreiding, die deze boschjes uit zichzelve verkrijgen, zien wij, hoe de natuur ons eigenaardig tot de duinbeplanting uitnoodigt.

Aan de landzijde is de duinrand zeer bogtig en vormt een soort van voorgebergte. Op die hooge spits gezeten, aanschouwen wij omlaag de bosschen van Elswoud, den Aardenhout en Boekenrode als een onafzienbaar donker woud, dat zich zeker eenmaal ver ten westen heeft uitgestrekt, waar nu duinen zijn.—Niet ver van het voorgebergte ligt een duinvallei, waarin eenige vergroeide oude struiken staan; meerendeels eiken, in den eigenaardigen zonderling gedraaiden heestervorm der duinen. Het merkwaardigste van deze vallei is een overoude beuk en een paar hazelaars. Deze hebben geen stam gevormd; daarvoor is hun standplaats te hoog en te dor; zij groeijen als kruipwilgen in ronde zoden, met een verbazend aantal kleine twijgjes. Nergens elders heb ik deze boomsoorten op zulk een hooge, dorre standplaats gevonden.—De exemplaren zijn kennelijk van zeer hoogen ouderdom.—