Pagina:De Groote Schouburgh Der Nederlantsche Konstschilders En Schilderessen 1718 vol 1.djvu/23

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

Op den

GROOTEN SCHOUBURGH

Der

SCHILDEREN

En

SCHILDERESSEN

Gedicht door den Kunftryken Heer ARNOLD HOUBRAKEN.

O

Schilderleerling > dien de hant Des meefters leit , om uw verftant Te Jcherpen , en de knnft te Ie eren , 'Die d' 'edele Natuur braveren En wezens ft e Hen kan in V licht , Tot lu ft en voedfel van 't gezicht : 6 Schilder leerlinge lees de bladen , Waar in gy ziet de brave daden Dev Knnft enar en , hier genae??it , En al de wervelt door befaemt. Hier ft aan voor u v er b eelt naar 't leven. En door de nyvre pen befthreveu De Schilderhelden , welker naam Heeft ftof gegeven aan de Faam. Hier ziet men Rubbens en van Dykex Met hunne tafeveelen fryken > In Vovftenhoven hoog ge-eer t ? Daar hun geen haat ofwangnnfl deert ,

Ho?