Pagina:De Ilias van Homeros - Carel Vosmaer (1880).pdf/35

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

XXV


tot heden de slordige, geheel tegen het wezen der germaansche prosodie aandruischende gewoonte, geenerlei acht te geven op het gewicht van sylben die zoowel door toon als door gedachteinhoud veel te veel waarde hebben om als kort te gelden.

Men geeft ons kalmweg in regels als:

Die sinds lang tot geen harten in dichtmuziek sprak
Stilzwijgen brak.
of, vuurspuwend
houdt den leidsel
afgronden door
rotswanden over
samen éen weg

de door mij gespatieerde woorden als korte lettergrepen te lezen. Dit misbruik is algemeen. Hierin nu moeten wij, ook voor andere versvormen, nauwlettender zijn. In den hexameter is dit natuurlijk in geen geval te dulden: van daar dan ook dat al onze dichters tegen den hexameter pruttelen, of zoo zij er maken, voortdurend zondigen, zoo als wij zagen in de proeven van da Costa, Cracco, Spandaw enz.

Onze hexameter moet dus geheel gebouwd worden volgens het accent; de klemtoon vormt lengte. De groote waarde van dit accent- af klemtoonstelsel ligt daarin, dat in het Duitsch en Hollandsch begrip en toon altijd (of bijna altijd) samenvallen; de toon valt op den hoofdinhoud, op den wortel van het woord; de toon klemt en verheft dus het begrip, in het woord vervat:

welluidend — het luiden
gehoorzaam — hooren
begrip — grijpen
gezicht — zien

maar dóorzicht — omdat door hier de hoofdzaak van dit zien is.

Dit is een onbetwistbaar voordeel van den hollandschen hexameter boven onzen alexandrijn of ons iambiesch vers, waarin men zonder eenigen acht op gewichtige sylben ons regels geeft als:

Stressed/long syllable Unstressed/short syllable
Het hemel sche  gerecht  heeft  zich ten lange leste[1]

of:

Unstressed/short syllable Unstressed/short syllable
Nu af grond en over dan rots wan den door

of eene verwarring van lange sylben die veel nadruk hebben, en die toch in den voet kort zijn, als

Gaan samen éen weg, door de hoogte en het diepe

waar het lange, hier noodzakelijk beklemtoonde éen in thesi staat, d.i. als korte maat in den voet.

Bilderdijk geeft ons een noch erger voorbeeld:

Waarom groeit er niet éen roosjen, niet éen bloemptjen op mijn pad?

Bilderdijk zet tweemaal een accent op dat éen; natuurlijk, want het kwam hier niet op het roosje of bloempje aan, maar op éen. Doch daarmede werpt hij zijn geheele voetenstelsel omver.


  1. Ik weet wel dat dezen en dergelijken geen iamben zijn, maar men wil in deze en dergelijke regels toch volhouden met syllabentellen. Ook in deze verzen is echter het oudgermaansche stelsel der heffingen noch duidelijk herkenbaar. Daarom is de aangehaalde regel van Vondel goed, maar om andere redenen.