Pagina:De ademhaling der planten (1878).djvu/13

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
9
DE ADEMHALING DER PLANTEN.

leerde de eigenschappen der beide samenstellende gassen kennen, en toonde aan dat de stikstof voor verbranding en ademhaling ongeschikt is, terwijl daarentegen de zuurstof beide processen onderhoudt, en bij beiden verbruikt wordt. Van nog grooter belang waren zijne nasporingen omtrent de samenstelling van het koolzuur. Algemeen bekend is zijn ontdekking, dat dit gas een verbinding is van koolstof en zuurstof en dat er bij het ontstaan dezer verbinding warmte vrij wordt. Lavoisier paste dit feit terstond op de ademhaling der dieren toe, en wees er op, dat deze als een proces van langzame verbranding moet worden beschouwd, waarbij een gedeelte van de koolstof des lichaams zich met de ingeademde zuurstof verbindt, om als koolzuur uit de longen te ontwijken. Bij deze langzame verbranding moest natuurlijk warmte ontstaan; en hierin was volgens hem de oorzaak te zoeken van de hooge temperatuur van het bloed der warmbloedige dieren.

Deze bewonderenswaardige onderzoekingen droegen weldra ook voor de plantenphysiologie rijke vruchten. En niet zonder een gevoel van nationalen trots herinner ik u, dat het voor een Nederlander weggelegd was deze vruchten te plukken, en zoodoende den grondslag voor de tegenwoordige leer van de voeding en de ademhaling der planten te leggen. Wij Nederlanders zijn te zeer geneigd, de oogen steeds vol bewondering naar het buitenland te richten, en te vergeten wat in ons eigen vaderland groots en voortreffelijks gedaan wordt! Vergunt mij daarom een oogenblik langer bij dit onderwerp stil te staan. Onze Ingenhousz[1] behoorde tot het kleine aantal van denkende

  1. Ten einde het gevaar van partijdigheid te vermijden, neem ik het volgende oordeel bijna letterlijk over uit A. von Humboldt's Einleitung über einige Gegenstande der Pflanzenphysiologie, voorkomende in de duitsche vertaling van Ingenhousz' werk. (I. Ingenhousz, Ueber die Ernährung der Pflanzen, übersetzt von G. Fischer, Leipzig 1798.)