Pagina:De dichtwerken van P.A. de Génestet.pdf/166

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
De man had aanzien, geld en poids; een domme faam
Of een gedienstig vriend verkondde ver zijn naam,
Men had misschien gehoord dat hij een heele baas was....
’k Wil toch niet denken dat het voor zijn Sint-Niklaas was!


CXIII


De kommandeur, vermoeid, kapot van al die pret,
Sliep wel dien nacht niet veel, maar ging toch vroeg naar bed.
Ik laat den stumper zich hier vreedzaam retireeren
En wil hem liefst niet in zijn.... droomen poursuiveeren.
Schoon hij den aftocht blies, ging ’t feest beneden voort,
Men kuste, lachte en sprak en schaterde ongestoord,
Mevrouw gaf aan ’t soupé een fijne flesch... champanje,
En – niemand dacht meer aan het liedje van Kokanje!


CXIV


Heb ik nu lang genoeg met dezen dwaas gespot,
De zoute scherts bekroon, zoo ’t mag, een gulden slot!
Want, schoon ik nimmermeer met ’s werelds schijn zal dwepen,
Toch, vrienden, wordt ik liefst ook niet verkeerd begrepen:
Dus luistert, eer gij licht den armen dichter vloekt,
Die voor zijn ergernis bij u verluchting zoekt,
Die graag aan zotten geeft wat zotten is verschuldigd,
Maar naast de waarheid liefst de ware grootheid huldigt.


CXV


En dies, o sprekend beeld van Neerlands glorie-eeuw,
Eerwaardig ridderkruis van onzer vaadren Leeuw,
Gegroet op ’t ridderhart vol eedlen gloed, vol zaden
Van licht en vrijheid van van mannelijke daden!
Gegroet op de eedle borst waardoor Gods adem ruischt,
Die van welsprekendheid of reine zangen bruist;
Gegroet op de uwe, o trouwe kunstnaar, die de renten
Uw tijd, uw volk betaalt met godlijken talenten!


CXVI


’k Heb lief dat eermetaal op ’t onverschrokken hart
Des jongen helds, die ’t kocht met moed, met bloed, met smart!
En op de brave borst der burgers, die hun leven,
Hun rust of hun fortuin, hun land ten beste geven,