Pagina:De dichtwerken van P.A. de Génestet.pdf/260

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

ARS LONGA, VITA BREVIS



De kunst is lang, het leven kort –
En ’t werk van vluchtige uren,
Dat zonder strijd verkregen wordt,
Zal slecht den Tijd verduren.

De kunst is lang, maar kort de tijd
U, voor uw taak, gegeven,
Zoo spil uw kracht in lust noch nijd;
Niet velerlei uw hart gewijd!
Maar ’t éénig kunstwerk ál uw vlijt –
Of ’t u mocht overleven!



 

KUNST EN EVANGELIE

(Bijschrift bij de bekende Plaat, waarop de arme Weduwe, die haren ganschen leeftocht in de schatkist wierp, (Marcus XII: 41–44) wordt voorgesteld — met een wichtjen op den arm en kinderen aan haar zijde!)


Neen, kunstnaar, neen, gij hebt het niet verstaan,
Gij hebt het ons verbasterd weergegeven,
Dat rein verhaal uit de Evangeliblaên,
Zoo stil, zoo vroom, eenvoudig en verheven!

Háár nooddruft gaf de weduw, die de Heer
Verhief voor ’t oog van hen, die haar verachtten,
Maar deze werpt in de offerkist veeleer
De bete broods.... waarop haar weezen wachten.

Dit offerwerk laat onze harten koel:
Zou ’t in den geest des Evangelies wezen?
Neen, vroom en vrij zegt hier een rein gevoel:
Dat Christus zulk een daad niet had geprezen!