Deze pagina is proefgelezen
Geen levende anders, dien hij zag
in ’t onherberzaam oord,
Geen menschenstem werd mijlen ver
ooit in het rond gehoord,
in ’t onherberzaam oord,
Geen menschenstem werd mijlen ver
ooit in het rond gehoord,
Geen schepsel anders, dien hij zag –
tenzij vaak, in gezicht,
Den Booze, naar hij dacht vermomd
als Engel van het licht.
tenzij vaak, in gezicht,
Den Booze, naar hij dacht vermomd
als Engel van het licht.
Den Booze, die daar fluisterde,
(vol snoode veinzerij,)
Van ’t nuttig werkzaam leven in
den strijd der maatschappij!
(vol snoode veinzerij,)
Van ’t nuttig werkzaam leven in
den strijd der maatschappij!
Den Booze, die hem ’t lieve beeld
vertoonde in stillen rouw,
Der zuster, die hij overliet
aan vreemde zorg en trouw.
vertoonde in stillen rouw,
Der zuster, die hij overliet
aan vreemde zorg en trouw.
Ook menigwerf, ontroerd, geschokt
betooverd en verward,
Weerstond hij maar ternauwernood
dien aanval op zijn hart.
betooverd en verward,
Weerstond hij maar ternauwernood
dien aanval op zijn hart.
Doch hij bestond; de Booze week....
en, in den geest verheugd,
Dacht hij zich telkens meer volmaakt
in heiligheid en deugd.
en, in den geest verheugd,
Dacht hij zich telkens meer volmaakt
in heiligheid en deugd.
En eenmaal, na volstreden kamp,
steeg moedig zijn gebed
Tot Hem die uit des vijands klauw
zijn dienaar had gered:
steeg moedig zijn gebed
Tot Hem die uit des vijands klauw
zijn dienaar had gered:
’k Heb al mijn leven in Uw dienst
geheiligd, o mijn God!
Ik stierf de wereld af; ik vlood,
ik schuwde al ’t aardsch genot....
geheiligd, o mijn God!
Ik stierf de wereld af; ik vlood,
ik schuwde al ’t aardsch genot....