Deze pagina is proefgelezen
„O Simon, wees gegroet!” riep hij;
ook Simon zei: „Gegroet!”
En sloeg terwijl een schuinen blik
naar ’s pelgrims barren voet.
ook Simon zei: „Gegroet!”
En sloeg terwijl een schuinen blik
naar ’s pelgrims barren voet.
– „Gij zijt een Christen?” – „Dank zij God!”
– „Wat doet ge, o heilig man?”
„’k Lap schoenen,” sprak de heilge weer,
„Och, geeft die leest reis an!”
– „Wat doet ge, o heilig man?”
„’k Lap schoenen,” sprak de heilge weer,
„Och, geeft die leest reis an!”
– „Ja.... doch, wat meer?” – „Wat meer? ei Heer!
Ik werk van ’s morgens vroeg
Tot ’s avonds laat! mijn trouwe God
geeft me altijd werk genoeg.”
Ik werk van ’s morgens vroeg
Tot ’s avonds laat! mijn trouwe God
geeft me altijd werk genoeg.”
– „Zoo geeft ge van uw ruim gewin
wel veel in aalmoes weg?”
– „Dat weet ik niet! ons groot gezin
eischt zuinig overleg.”
wel veel in aalmoes weg?”
– „Dat weet ik niet! ons groot gezin
eischt zuinig overleg.”
– „Doch bij uw werk vast peinst ge veel?”
– „Ik.... zing den ganschen dag.
Nu dunkt dat hij die bidt en werkt,
ook zingen kan en mag!
– „Ik.... zing den ganschen dag.
Nu dunkt dat hij die bidt en werkt,
ook zingen kan en mag!
– „Gij bidt dus veel.... hoe menigmaal!”
En de ander sprak: „Gezet
Des avonds rijst mijn dank tot God
des morgens mijn gebed.”
En de ander sprak: „Gezet
Des avonds rijst mijn dank tot God
des morgens mijn gebed.”
– „En hoeveel uren brengt gij door,
gewoonlijk, in gebeên?
Hoe lang wel rekt gij uw nachtwaak soms?”
– „Ik, Heer? – ik slaap meteen....
gewoonlijk, in gebeên?
Hoe lang wel rekt gij uw nachtwaak soms?”
– „Ik, Heer? – ik slaap meteen....
„En ’k bid nooit lang! de Meester zegt:
Gebruik geen woordenvloed,
Geen breed verhaal! Ik kan ’t ook niet;
en ’k bid maar, kort en goed:
Gebruik geen woordenvloed,
Geen breed verhaal! Ik kan ’t ook niet;
en ’k bid maar, kort en goed: