Pagina:De dichtwerken van P.A. de Génestet.pdf/295

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
Paulus, waarheen? — Daar gij ’t zwaard ziet geheven!
’t Zwaard mijner beulen! dáár wacht mij de Heer.
— O spreek één woord, en gered is uw leven!
O, zeg één woord, en vraag rijkdom en eer !....
Neen, ’k breng mijn hoofd, waar gij ’t zwaard ziet geheven,
’t Zwaard mijner beulen! dáár wacht mij de Heer.

Paulus, waarheen? — ’k Ga den Hemel beërven:
Ginds wacht de kroon na den strijd van mijn lot!
 — Vrucht draagt uw voorbeeld, uw leven, uw sterven;
Wij op uw graf knielen neêr voor uw God.
Ja, ik vaar op, ’k ga den Hemel beërven:
Ginds wacht de kroon na den strijd van mijn lot!

(BÉRANGER.)



 

LEUZE VOOR WAARHEIDZOEKENDEN.

Waarheid zij het doel slechts van uw streven! –
Zoekt gij ze ook langs andren weg, als wij....
Goed! – Te beter vruchten draagt ons leven,
Want: wat wij niet vinden, dat vindt gij.



 

VERSCHIL.

De droefheid komt van God den Heer,
   En buigt ze u neêr,
  Zij heft ook hemelwaart!
Veel erger – erger is ’t verdriet,
Dat u de domme wereld baart,
  Dat u de mensch niet spaart
   –’t Verheft u niet,
  Het buigt alleen ter aard!