Pagina:De dichtwerken van P.A. de Génestet.pdf/341

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

LVI.

LEER EN LEVEN.

(MIKROXOSMOS.)

't Is katechizatie: de dartele jeugd
Met oolijke christenzielen,
Met guitige oogen en roezig haar,
Grauwe buisjes of blauwe kielen,

De jeugd joelt aan de kerk bijeen
En wacht op het klokje van negen,
Dat Dominé treedt uit de pastorie,
Vlak bij de kerk gelegen.

Zij worden gevoed met de zuivere leer,
Dees jeugdige Protestantjes;
Hun levensbeschouwing is melankoliek,
Al lijken het vroolijke klantjes!

Zij houden voor waar wat Dominé zegt,
Geen twijfel rijst van binnen:
Toch werkt de kracht der zuivre leer
Maar langzaam op hun zinnen!

Zij weten dat heel 't menschdom diep
In Adam is gevallen,
En dat verdoemd zijn, reeds voorlang,
De meesten, zoo niet allen!

Intusschen schijnt het hun vroolijkheid
Voorloopig niet tE storen,
Of daar, op één die zalig wordt,
Tienduizend gaan verloren!

Zij weten ook van 't wezen Gods
Verwonderlijke zaken!