Pagina:De dichtwerken van P.A. de Génestet.pdf/344

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
Uw geliefden Preeker na
  Voor het spiegelglas?

Kweekt gij reeds dien preektoon, die,
  Eenig in zijn soort,
Vaderlandsche oratorie
  Kenmerkt en — vermoordt?

En verkondt je moeder al
  Met een lach, vol vree,
Wat er van u worden zal,
  Zegge: een Dominé.... —

Hoor dan, kind, en overleg
  Eens dit hartig woord:
Op een gansch verkeerden weg
  Dwaalt ge: ga niet voort!

Weet het: Eerzucht, IJdelheid
  Lokte al meer dan een,
– Dikwijls werd de fout beschreid!
  Naar dien preekstoel heen.

IJdelheid, door ouderzwak
  Roekloos aangespoord;
(Schoon de zoon in vaders vak
  Meer had thuis gehoord!)

Eerzucht, die het moeilijkst ambt, —
  Bron van strijd en leed
Voor wie de echte kroon bekampt! —
Licht hem tellen deed!

IJdelheid, die schittren wou,
Met.... „een mooie preek,"
Zwaaien met een priestermouw,
  Heerschen met — een steek!

Nu, keer tot u-zelf eens in,
  Kleine Samuël: