Pagina:De dichtwerken van P.A. de Génestet.pdf/38

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

zucht verleiden. Hij voelde dat hem nog iets ontbrak, en schoon hij reeds een meester mocht heeten, hij versmaadde zulk een oefening niet. Ook gelukte de proef volkomen. De Arme visschers is een hollandsch gedicht geworden, waaraan niemand bij 't lezen den vreemden oorsprong bemerkt. Meer nog dan in zijn vrij talrijke vertalingen uit Rückert, dien hij met bijzondere liefde vertolkte, meer zelfs dan in De Heidenapostel, naar Béranger, zijn hier alle, en veel grootere moeilijkheden overwonnen. Het is een triomf.

Maar, anders dan bij 't lezen van de Eerste Gedichten, onder het lezen van de verzen uit deze tweede verzameling, moet men met opzet aan den vorm denken, om zijn schoonheden te bewonderen. Men vergeet hem door de schoonheid van inhoud en gedachte. Ik zou bijkans den geheelen Bundel moeten aanhalen, om te bewijzen hoe zeer hij in rijkdom en diepte van gedachte heeft gewonnen, vooral in diepte van gevoel. Men leze bijvoorbeeld: Uit het dagboek van een gelukkige. Een gelukkige, hij is het nog. Maar hij heeft nu aanschouwd wat hij voorheen niet vermoedde. Helaas! roept hij uit,

Helaas ik zag meer rouwe en raadslen in dit leven,
Dan waar mijn zorgloos hart, mijn ijdle jeugd aan dacht.


Dood, armoê, krankte, zonde, hij had ze nu in al haar ellende gezien. Al worstelde hij, hij bleef gelooven. Maar hij had nu gezien, dat, al bloeide zijn levenshof nog als een lentegaarde,

In 't midden, voor wie denkt en liefheeft, rijst een kruis.

Zoo getuigen Biblia en Onvergankelijk van een veel dieper opvatting en juister waardeering der bijbelsche Schriften dan die hij vroeger bezat; en hoe hij ook daarin echte poëzie wist te vinden, al was zijn beschouwing van de geschiedkundige waarde der evangelische verhalen veranderd, dat bewijzen: De engel bij het graf, en dat heerlijke: 't Was toch de Hovenier, naar Johannes 20, 15; dat bewijzen: De lendenen omgord, waar van de bekende uitspraak van Jezus, en Onvermoeid, waar van het welsprekende slot van Jesaja 40 zulk een gelukkig gebruik wordt gemaakt. Tevens getuigen deze laatste gedichten met hoeveel meer ernst hij nu het leven beschouwde. En dat getuigen mee zooveel andere verzen, zijn lied Aan de Zon, waaruit men