Pagina:De dichtwerken van P.A. de Génestet.pdf/420

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

BEDE

Dat mij Uw licht voor ’t duister oord bewaar’
God, waar één dag gelijkt als duizend jaar!
Geef, dat ik eens die woning tegenlach’,
Waar duizend jaar gelijk is aan één dag.

1856.



TER HERINNERING


(Aan Ds. H. van der Leeuw, te Delft, na de Gedachtensviering van
zijnen vijfentwintigjarigen Evangeliedienst.)




„Mijn broedren, laat ons saâm den ééngen naam verhoogen;
Mijn vrienden — maakt met mij den God mijns levens groot!”
Hoe lieflijk heeft uw hart, in ’s Heeren tempelbogen,
Ter Hoogtij uwer ziele, ons met dien psalm genood!
O, ’t was ons goed met u te denken en te danken,
Ons harte kreeg u lief bij ’t welgesproken woord !
Dat was geen vroom geruisch van jubelende klanken,
Het was een rijk geloofs-akkoord,
Een taal der ziel, van God gehoord!