Pagina:De dichtwerken van P.A. de Génestet.pdf/8

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
4
LEVENSSCHETS.

Het was dus noodzakelijk om deze komplete uitgave door een beeld van den dichter te doen voorafgaan. Een uitvoerige levensbeschrijving zal men niet verwachten of begeeren. Meer dan een schets zal het niet kunnen zijn, een schets van De Génestet’s dichterlijke ontwikkeling en van hetgeen daarop invloed heeft uitgeoefend. Ik zal tevreden zijn, zoo 't mij gelukken mag het beeld van den beminnelijken dichter te doen herleven voor den geest van hen die hem kenden, en het zoo weer te geven, dat hij, ook voor hen die hem niet gekend hebben, niet geheel een vreemdeling blijft.



I.

Gelijk alle waarachtige kunstenaars onderscheidde De Génestet zich door een bijzonder vroege ontwikkeling. Toen ik hem leerde kennen, gevoelde ik hoever hij mij vooruit was in levenservaring, in literarische zelfkennis en menschenkennis tevens, in oordeel, in zekerheid omtrent den weg dien hij bewandelen moest, om niet te spreken van die kunstvaardigheid, dat meesterschap over mast en rijm, dat hem als geboren dichter eigen was. Toch was hij mij in leeftijd niet veel meer dan een jaar vooruit. Den 21sten November 1829 te Amsterdam geboren, was hij als achttienjarig jongeling reeds zoo goed als gevormd, en dichtte hij reeds twee jaren vroeger verzen, niet onwaardig om onder de oogen van 't publiek te komen. Wel is het waar, wat een zijner vrienden, de heer Zimmerman, in eon opstel aan zijn nagedachtenis gewijd, heeft opgemerkt, dat hij geen wonderkind was, geen merkwaardig natuurverschijnsel, uitstekend door die vroege rijpheid, die meestal door spoedig verval word: gevolgd; maar een buitengewoon kind was hij zeker. Zijn vroegere ontwikkeling schaadde echter niet aan zijn karakter, omdat 2ij niet kunstmatig maar natuurlijk was. Zij was niet gekweekt in een trekkas, zij kwam van-zelf, zij was gezond. Daarom bleef hij een jongen, vlug en vroolijk, yol levenslust en ondeugd, „prettig slecht”, gelijk hij-zelf het noemt.

Ons hoofd, ons hart was vol en dol,
Wij speelden nog geen menschenrol,
Wij waren vrome knapen!