Pagina:De voeding der planten (1886).djvu/182

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
174
DE LEER DER BEMESTING.


zoo verraadt zich dit spoedig door het fletsch worden van de bladen en de jeugdige stengeldeelen der planten. In dit water is het tevens dat de boven besprokene oplosbare bestanddeelen van den grond werkelijk opgelost en in dien toestand gebracht worden, waarin zij door de planten kunnen worden opgenomen.

Wat zal er nu met deze opgeloste stoffen gebeuren, zoo een zware stortregen alle poriën van den grond met water vult en dit water daarna langzamerhand wegzakt in den ondergrond, die voor de plantenwortels niet meer bereikbaar is? Op het eerste gezicht zou men allicht meenen, dat dit regenwater zich met het vooraf in den grond aanwezige moet vermengen en daaruit de opgeloste stoffen grootendeels overnemen. Bij zijn verdwijnen in den ondergrond zou het deze medevoeren en de bovenste aardlaag er dus van berooven. En zoo dit zich bij elken regen herhaalde, zou de bovenlaag weldra als het ware uitgewasschen en leeggespoeld zijn en geen oplosbare bestanddeelen meer bevatten. Zetten wij deze redeneering verder voort, dan komen wij tot de conclusie, dat regens na verloop van tijd de bovenlaag der aarde, d.i. die laag waarin zich de wortels der planten bevinden, zouden berooven van al die stoffen, die juist door de wortels moeten worden opgenomen en dus, m.a.w. dat zij weldra een streek onvruchtbaar zouden moeten maken. De dagelijksche waarneming van alle, niet door den mensch bebouwde en toch rijkelijk met planten begroeide streken, leert ons het tegendeel, en er moet dus in onze redeneering een fout schuilen, die slechts daarin liggen kan, dat wij ten onrechte aannamen, dat het regenwater de oplosbare stoffen met zich in den ondergrond voert. M.a.w. bewijst ons het feit, dat de bovenlaag der aarde bij voortduring in staat is aan de wortels de noodige oplosbare bestanddeelen aan te bieden, dat deze aardlaag het vermogen bezit deze stoffen tegen de uitspoelende werking van regenwater in zich vast te houden.

Een gemakkelijk middel om ons rechtstreeks van de juistheid van deze conclusie te overtuigen, leveren de draineerbuizen. Het water toch, dat in deze wegloopt, is door de