Pagina:De voeding der planten (1886).djvu/195

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
187
DE LEER DER BEMESTING.


men, zoo de laatste keus niet tot voldoende overeenstemming voert, door toevoeging van enkele bestanddeelen in den vorm van kunstmest deze overeenkomst volledig maken. Doch men gaat hiertoe niet over, dan na zich overtuigd te hebben, dat de gekozen plant onder de heerschende omstandigheden het meeste voordeel belooft.

Deze algemeene regel van den landbouw, de te kweeken plantensoorten naar de gesteldheid van den grond te kiezen, leidt tot een gevolgtrekking die tegenwoordig dezen tak van nijverheid bijna geheel beheerscht, ik bedoel de wisselcultuur. Veronderstellen wij dat een akker, na een rijkelijke bemesting met stalmest, die alle vereischte bestanddeelen bevat, gedurende een jaar met klaver bebouwd is geweest. De klaver neemt de oplosbare bestanddeelen in een geheel andere verhouding op, dan waarin zij in den bodem gevonden worden; zij verbruikt b.v. veel meer stikstofverbindingen dan phosphorzure zouten. Na het wegvoeren van den oogst van klaver vindt men dus den grond in dezen veranderden toestand terug, waaruit volgt, dat hij nu voor den groei van klaver veel minder geschikt geworden is. Daarentegen zal rogge of tarwe, die voornamelijk phosphorzure zouten, en in verhouding tot klaver veel minder stikstof behoeven, op dezen grond zonder verderen toevoer van anorganische mest zeer goed kunnen groeien. Is daarbij door de rijkelijk ontwikkelde klaverwortels en het onderploegen van de stoppels en het onkruid ook voor de organische bemesting op voldoende wijze gezorgd, zoo zal men van dit land zonder bemesting een koorn-oogst kunnen verkrijgen, terwijl een nieuwe klaver-oogst een vrij zware bemesting zou eischen. Dit is het beginsel van de wisselcultuur, die dus daarop berust, dat in verschillende jaren na elkander plantensoorten gekweekt worden, die verschillende anorganische stoffen in groote mate vereischen, zoodat zij als het ware te samen den bodem van alle bestanddeelen in gelijke mate berooven. Is de reeks dezer planten op het veld gekweekt, dan zal het in eens door rijkelijke toevoeging van stalmest geschikt gemaakt worden om in een gelijk aantal opvolgende jaren dezelfde reeks van planten weer te voeden, vóór en aleer een