Pagina:De voeding der planten (1886).djvu/54

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
46
DE BOUW EN DE VERRICHTINGEN DER BLADEN.


en zuurstof, in zich, doch ook waterstof. Deze waterstof brengt door verbinding met zuurstof water voort, en moet dus omgekeerd uit het water in het zetmeel komen. Verbranden wij zetmeel, zoo ontstaan er koolzuur en waterdamp, daar de koolstof en de waterstof zich met zuurstof verbinden. Omgekeerd kan zetmeel uit koolzuur en water ontstaan, bij welk proces noodzakelijk zuurstof vrij wordt; evenals zuurstof werd opgenomen bij de verbranding. Wij leeren dus tegelijk hierin de bron der bij de koolzuur-ontleding vrij wordende zuurstof kennen.

Het zetmeel, dat in de bladgroenkorrels als product harer werkzaamheid ontstaat, blijft niet voortdurend in deze liggen. Het is genoeg, ten einde dit aan te toonen, om eenige der potten van onze proeven weer in de donkere kast zetten, nadat zich in de bladen een geruime hoeveelheid zetmeel opgehoopt heeft. Na verloop van eenigen tijd, b.v. van een halven of een geheelen dag, onderzoeken wij de bladen dan weer onder het microscoop; daarbij treffen wij geen zetmeel meer in de cellen van het bladmoes aan. Dit is er uit opgelost en naar andere deelen der plant verplaatst, gelijk wij in een volgend hoofdstuk uitvoeriger zullen bespreken.

Is men eenmaal door proeven met de verschijnselen der koolzuur-ontleding nauwkeurig bekend geworden, zoo kan men deze ook in de vrije natuur waarnemen. Over het algemeen zal men daarbij vinden, dat de bladen des morgens bij zonsopgang geen of weinig zetmeel bevatten, dat de hoeveelheid daarvan overdag toeneemt, om 's avonds de grootste te zijn en dan in den nacht weer langzamerhand te dalen, tot eindelijk bij zonsopgang weer de geringste hoeveelheid aanwezig is. Men zou allicht geneigd zijn, hiernaar te meenen, dat de oplossing en het vervoer van het zetmeel alleen 's nachts plaats vindt; in werkelijkheid geschiedt het ook over dag, doch wordt niet waargenomen, daar er in denzelfden tijd veel meer zetmeel gemaakt dan opgelost en weggevoerd wordt.

Met de afzetting van het zetmeel in de bladgroenkorrels is de ontleding van het koolzuur door de bladeren afgeloopen. Wel is waar komt zetmeel in de planten slechts als voedingsstof in den celinhoud voor, en vormt het nooit eenig belang-