37
te plaatsen, niet bewees wat men er mede bedoelde, want dat er nog ten huidigen dage allerlei onderling verwante vormen en tusschenvormen leefden.
»»O,—hernam de levendige dame,—»gij zoudt niet meer twijfelen, indien gij bekend waart met al de nieuwe ontdekkingen van onze eeuw.""
Daar het nu volkomen waar was, dat deze mij geheel onbekend waren, zoo zweeg ik over dit onderwerp, maar rigtte nog tot haar de vraag: of zich in dit museum ook de voorouders van het menschelijk geslacht bevonden? Zij wees op eene rij van gesluijerde gestalten, die in den achtergrond der zaal stonden, en vatte mij bij de hand om mij daarheen te geleiden. Doch toen kwam baco tusschen beide, zeggende: »»Laat u niet verleiden door mijne vriendin phantasia; gij zoudt er toch niets van zien, daar in dien donkeren hoek, want reeds begint de avond te vallen, en wij moeten naar huis, en gij naar uw hotel.""
En inderdaad, het begon reeds zeer duister te worden in het gebouw, waarin wij ons bevonden. Doch toen wij de straat bereikt hadden, was het als of het daar nog helder dag was. Om mij heen ziende zocht ik naar de gas- of andere vlammen, die deze helderheid te weeg bragten, doch zag