Pagina:Dominee, pastoor of rabbi.pdf/37

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
34
dominee, pastoor of rabbi?

op de tafel van een arbeider. Steeds blijkt het makkelijker, ƒ 1000 bij elkaar te trommelen voor eene illuminatie of feestviering, dan ƒ 100 voor onze armen.
 De geloovigste thans levende natie zijn de luie, domme, onbeschaafde, trotsche, wreede en diefachtige Spanjaarden.  



HOOFDSTUK XIV.

 Als een vader van zijne kinderen redelijke en mogelijke dingen eischt, zullen ze gewoonlijk trachten hem te gehoorzamen. Maar als hij met en benevens die mogelijke dingen ook tal van onmogelijke en onzinnige dingen vraagt, zullen de kinderen zachtjes-aan zich gaan gewennen om alle bevelen onuitgevoerd te laten, en in gedachten althans met vader een loopje gaan nemen.
 Dit nu zien we bij de christelijke voorschriften. Als iemand u op den linkerwang slaat, biedt hem ook de rechter, zegt Jezus. Als iemand uwen rok neemt, geef hem ook den mantel. Dwingt hij u, ééne mijl met hem te gaan, ga met hem twee mijlen.
 Ik beweer dat het opvolgen dier voorschriften, zooals zij daar staan, krankzinnig en onrechtvaardig zoude zijn. Iemand, die ze trachtte op te volgen, zou spoedig niet vele mantels meer te geven hebben. Engelen zouden ’t misschien kunnen doen, maar een mensch, die trachtte zijn leven naar deze geboden in te richten, zou een grooten lummel genoemd worden.
 En terecht. Niet lummelachtigheid behoort het richtsnoer onzer daden te zijn, doch rechtvaardigheid en liefde tot den naaste. Toonen we die, door de brutale en oneerlijke menschen in alles terwille te zijn? De rechtvaardigheid eischt, dat iemand, die onzen rok neemt, naar de gevangenis marcheert, en hij die een ontvangen klap opeet voor zoete koek, bezit een hondsch en slaafsch karakter. We toonen meer naastenliefde door den dief te laten inrekenen en den vechtersbaas zijne liefhebberij krachtig af te leeren, dan door ze daarin aan te moedigen, daar ze in dit geval direct van ons naar onzen buurman zouden gaan, om daar hetzelfde spelletje uit te halen.
 Waaarschijnlijk is het eenvoudig de bedoeling van Jezus geweest, ons voorschriften van grootmoedigheid en vergevingsgezindheid na te laten. Hij had echter moeten bedenken, dat hij voor menschen sprak, hij hád moeten en kunnen voorzien, dat er van zijne woorden een schromelijk misbruik zou gemaakt worden. Zoolang geestleijken iets te zeggen hebben, misbruiken zij deze voorschriften steeds, om den zwakken onderdanigheid voor te preeken, den onderdrukten geduld en den bestolene de hoop op eene vergelding hiernamaals. Jezus had duidelijker moeten spreken en niet op zulk een overdreven manier. Hij kende immers de menschen en wist, dat de harten boos zijn, die der schriftgeleerden (dominees, enz.) niet het minste!
 ’t Spreekt van zelf dat soms door grootmoedigheid een dief verbeterd zal kunnen worden, maar in eene maatschappij, waar het gewoonte werd, dieven nog een extratje meê te geven, zou ’t er gauw