Pagina:DutchPettyBiography1782 AlgemeeneOefenschoole.djvu/5

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
41
Het Leeven van Ridder William Petty.

Ontleedkunde afstand deed, volgde hy hem den 1sten van January des volgenden jaars in die bediening op, en werd op den 7den van February tot Hoogleeraar in de Muziek in het Collegie van Gresham verkoozen. In den jaare 1652 werd hy, op eene bezolding van twintig schellingen daags, tot Geneesheer van het leger in Ierland aangesteld. Na den opstand in Ierland werd hy benoemd tot eenen der Gevolmagtigden tot het verdeelen der verbeurde landen onder het leger, het welk den opstand deed bedaaren. Toen Henrik Cromwell zich de bestiering van dat Koningryk zag toevertrouwd, stelde hy den Doctor tot zynen Secretaris, en tot Geheimschryver van den Raad aan. Nog deed hy hem verkiezen om als Gedeputeerde der Burgerye voor West-loo in Cornwall naar het Parlement van Richard Cromwell te gaan, het welk in de maand January des jaars 1658 vergaderde. Maar op den 25sten van de maand Maart des zelfden jaars klaagde Ridder Sankey, lid van het Parlement voor Wood-stock in Oxfordshire, hem aan over zwaare misdaaden, en wangedrag in zyn ampt. Dit veroorzaakte den Doctor zeer groote onlusten, dewyl hy voor het Huis der Gemeenten gedagvaard werd. In weêrwil van de aanhoudende poogingen zyner vrienden, van de aanpryzingen van zynen persoon by den Sekretaris Turloe, en van de verantwoordinge, welke hy in het Huis der Gemeenten deed, bragten zyne vyanden het egter zo ver, dat hy in den jaare 1659, van zyne openbaare bedieningen ontslaagen werd. Hy week toen naar Ierland, waar hy zyn verblyf hield tot de herstelling van Koning Karel den IIden, kort na dewelke hy zich naar Engeland begaf, alwaar hy door zyne Majesteit zeer gunstig ontfangen werd, en zich tot eenen der Gevolmagtigden van het Geregtshof verkoozen zag. Op den 11den van April des jaars 1661 had hy de eer van Ridder te worden, en werd toen ook door eenen nieuwen gunstbrief, tot algemeenen Landmeeter van Ierland enz. aangesteld.

By de opregting van het Koninglyk Genootschap, werd

V. Afd. III. Deel.
hy
F