4.
Wat uw rein verstand ooit denke,
Dat is heilig, rein en goed,
Wat uw wil tot aanzijn wenke,
Dat is heilig, rein en goed:
Ons verstand is zwak en klein,
Onze wil is diep onrein;
Ach! dit moet, bij zoo veel vlekken,
Smart en vrees in ons verwekken.
5.
O, verzacht die vrees, die smarten!
Is hier onze kracht te klein,
Schep Gij zelf ons reine harten,
Gij zijt rein, maar maakt ook rein:
Wasch ons diep onrein gemoed,
Wasch het rein in Jezus bloed,
Heer! uw goede Geest geleide
Ons verstand en harte beide.
6.
Heilig God! doe ons gelijken
Naar uw godlijk deugdenbeeld:
Heiligst’! alle smet t’ ontwijken
Zij, wat ons hier ’t meeste streelt,
Tot wij eens voor uwen troon,
Gansch verlost door uwen Zoon,
Onder reine Hemellingen,
’t Heilig, Heilig, Heilig zingen.