Pagina:Evangelische gezangen om nevens het boek der psalmen bij den openbaren godsdienst in de Nederlandsche Hervormde gemeenten gebruikt te worden.djvu/56

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
30
GODS VOORZIENIGHEI

4.

 Oneindig rijk,
 Volzalig, nooit volprezen,
Voor d’eeuwen God, om eeuwig God te wezen,
 O Heer! wie is aan U gelijk?

5.

 ’t Zij klein of groot
 Op aard, in zee of hemel,
Hij kent het al, al hun gemengd gewemel,
 Wat is, of was ligt voor Hem bloot.

6.

 Om mij in ’t rond
 Schept Hij mij rust en zegen,
Hij geeft mij kracht en hulp op al mijn wegen,
 En mij, en u kent Hij gegrond.

7.

 Steeds aan mijn zij’,
 Waar ik mij ook begeve,
Waar ik omhoog, waar in de laagte zweve,
 Al waar ik ben, verzelt Hij mij.

8.

 Hij kent ons hart.
 Ons wenschen, bidden, smachten,
Wat kwaad wij doen, wat goed wij ooit betrachten,
 En ijlt ter hulp in onze smart.

9.

 Hij woog mij af.
 Wat mij zijn gunst wou geven,
Schreef in zijn boek, hoe lang ik hier zou leven,
 Lang, eer Hij mij het aanzijn gaf.

10. Niets