Pagina:FrankVanDerGoesWerk1939.djvu/116

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

het proletariaat. Wat zou van het socialisme terecht zijn gekomen als de leiders of de leden geredeneerd hadden als Multatuli? En zoo wij, bij uitzondering, leiders kennen die op Dekker geleken; die niemand naast zich duldden, die vriendschap gaven voor vleierij, en vijandschap voor kritiek, die het beginsel achterstelden bij hun persoon, dan was dit omdat ook zij uit de bourgeoisie afkomstig, de ondeugden van hunne klasse niet hadden overwonnen. Voor Douwes Dekker had het integendeel een vreugde behooren te zijn dat Havelaar kans kreeg op een sympathiek gehoor; dat lieden opstonden en eene organisatie begeerden waarmee, al zou zijn naam zijn verzwegen en zijne medewerking niet verlangd, de zaak van recht en waarheid klaarblijkelijk slechts kon winnen.

Multatuli, zeiden wij, begreep niets van het opkomen der proletarische beweging, die na 1870 ook in ons land zichtbaar werd. Dit bewijst reeds de hier meegedeelde aanhef van zijn brief aan het Demokratisch Congres, waarin hij hare eerste levensteekenen begroette. Multatuli begreep ook niet de noodzakelijkheid van de politieke vormen, welke deze beweging moest aannemen.

Hij schreef: "Men kan bovendien weten, dat redevoeringen, debatten, verhandelingen, parlementerij, enz. enz. mij zeer tegen de borst stuiten. Door frazen is het volk bedorven, 't zal door frazen niet genezen worden. In alle geval behoor ik niet bij "Vergaderingen", 't Parlage van democraten bevalt mij geen haar beter dan dat der meest ouderwetsche behouders. Integendeel. Ik kan nog beter met een redevoerenden minister overweg dan met een werkman die aan 't raisonneeren slaat, zegge déraisonneeren gewoonlijk."

Multatuli gaf hier opmerkingen die wederom bewijzen dat de schijn van uiterste geavanceerdheid vereenigbaar is met het wezen van de reaktie.—Hoe zouden de demokraten, de werklieden, anders handelen dan op de manier die de schrijver beschimpt—en sommigen thans nog in gedachtenlooze napraterij? Zich tegen arbeiderscongressen verklaren met deze argumenten, was de

112