reaktie in de hand werken. Als alle woorden vooruit frazen genoemd mogen worden, wat was dan de arbeid van Multatuli anders dan een eindelooze frazeologie? Zeker zullen ten slotte alleen de daden helpen, maar kan men daden met tooverij verrichten, de mannen van de daad uit den grond stampen? Was geen onderling overleg, wederzijdsche bespreking, gemeenschappelijke verstandhouding noodig? En wat de demokratie betreft, hoe kon een klassebeweging die de groote massa moet omvatten, organiseeren en tot bewustheid brengen van haar taak, anders dan demokratische gedachten inspireeren en zich bedienen van andere dan demokratische vormen? Niet omdat wij meenen dat er een abstrakt meerderheids-recht is, of dat de meerderheid als zoodanig ondersteld moet worden het gelijk aan hare zijde te hebben, zijn wij demokraten; maar wijl wij het belang van de massa bedoelen en dit niet eerder zullen bereiken dan als de massa tot inzicht en tot macht is geraakt. Ware toevalligerwijze de proletariërsklasse de kleinere helft van de bevolking, dan zouden de socialisten geen demokraten zijn, maar de heerschappij prediken van de minderheid. Multatuli, echter, hechtte aan het woord demokratie de abstrakte, burgerlijke beteekenis; de leer van den eerbied voor het cijfer ontstemde hem, wat een blijk is van zijn scherpzinnigheid als burgerlijk beoordeelaar, maar tevens van zijn gebrek aan begrip van het groote verschijnsel zijner dagen: de ontwikkeling van het klassebesef der arbeiders. Douwes Dekker is althans zoo openhartig en zoo konsekwent zijn voorkeur aan de parlementerij van een "minister" niet te verzwijgen. In 1873, na de Kommune, de Fransche en vooral de Duitsche socialistische partijvorming, een bewijs van typisch-burgerlijke kortzichtigheid.
VII
Douwes Dekker had zijn brief aan het Antwerpsche Kongres-bestuur niet alleen voor de geadresseerden, maar voor het publiek bestemd. Althans hij verleende