Naar inhoud springen

Pagina:FrankVanDerGoesWerk1939.djvu/194

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

den om ook de ongetrouwde vrouwen als loonbederfsters te bezigen door de meisjes, die om welke reden dan ook, geen wettig huwelijk sluiten, aan te moedigen in het leggen van een losseren band, die, zoo niet aan de betrokken paren, dan toch aan hun meesters de voordeelen verschaft van een verbintenis volgens de wet.—"De ondernemers", zeide ze, "die bij het aannemen van werkvolk zich helaas niet door zedelijke maar meest door geldelijke overwegingen laten leiden, en dus naar goedkoope arbeidskrachten omzien, kiezen gaarne arbeidsters die met mannen samenleven. Derzulken bieden zij dan echter hongerloonen, met het oog daarop, dat het dagloon alléén haar inkomen niet vormt. Daardoor wordt het loon voor de vrouwen in 't algemeen lager gesteld en voor het meisje uit de bezitslooze klasse een zedig leven steeds moeielijker gemaakt." (Verslag, bl. 326). Vrienden of vreemden, het is den rechten kapitalist 't zelfde wie, mits hij slechts niet het loon behoeft te betalen dat zijn arbeiders noodig hebben.

Wij willen echter niet van gewone fabrieken spreken, maar van die kapitalistische ondernemingen waar het bedrijf als zoodanig de prostitutie bevordert. Dit zijn in 't algemeen de schouwburgen van allerlei soort, aanvangende bij koninklijke en keizerlijke opera's met hare groote balletten en koren, en eindigende bij den tingeltangel die dikwijls van een bordeel alleen in naam verschilt. Doch ook in de huizen waar prostitutie geduld wordt noch bedreven, is van de arbeidsters die er werken de prostitutie het voornaamste bestaansmiddel. Waarom? Omdat de aard van het bedrijf, dat als zoodanig geene prostitutie is, de vrouwen een buitengewoon gunstige gelegenheid geeft om prostitutie te begaan buiten het bedrijf. En daarvan mag naar alle begrippen van billijkheid in deze wereld, de ondernemer toch waarlijk wel het zijne trekken in den vorm van lage en zeer lage loonen! Ja, niet zeldzaam is die gelegenheid zoo zeer gunstig, dat de arbeidsters tevreden moeten zijn met de inkomsten van het oneerlijke beroep en het andere geheel gratis verrichten. In de groote massa van de indus-

190