Naar inhoud springen

Pagina:Gezelle, Laatste verzen (1901).pdf/111

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
 

o Nevelduisternis,
bij nachte zien mijne oogen
de duizend teekens nog,
die ‘t ommegaan vertoogen
  des sterrenhemels! Gij,
  o nevelduisternis,
  en toogt mij niets van al,
  daar hope of troost in is!

‘t Is meer als leed genoeg,
en droefheid in mij, zonder
uw droef afwezig zijn,
o ‘t weergalooste wonder
  van al dat wonder is
  in ‘s werelds heerlijkheid!
  o Zonne, en zij mij nooit
  te lange uw licht ontzeid!

Kortrijk, 17/3/1898