Naar inhoud springen

Pagina:Gezelle, Laatste verzen (1901).pdf/44

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

IN SPECULO.




  Hoe kan dat zijn,
o Schepper van hierboven,
  dat ik U maar
en zie als in een glans;
  als in een glas,
te zelden onbestoven
  van doom en stof:
en nooit geheel en gans?

  Zo Gij bestaat,
en God zijt, moet het wezen,
  dat ik U zie;
dat, zonder doek, entwaar,
  ik schouwen kan,
en, schouwende, in 't nadezen,
  van bij U zie
en eeuwig op U staar!