Naar inhoud springen

Pagina:Gezelle, Laatste verzen (1901).pdf/47

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
Uw edel werk zoo wille ik dan
een liedeken vereeren,
daar 't vogelvolk niet aan en kan,
en zingen ‘t, duizend keeren;
maar, al zoo lang ‘t uw wonne mist,
mijn herte, twijfelzonnig is ‘t!

KORTRIJK, 18/4 '97.