Naar inhoud springen

Pagina:Gezelle, Laatste verzen (1901).pdf/50

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

JANTJE.



Op en neêr, in de elzentronken;
neêr en op, gewiegewaagd;
toutert Jantje, en, omgezonken,
raakt de stam, die Jantje draagt,
de aarde bijkans: op en neder
rijst het weg en zinkt het weder.

Op en neêr, in ‘s levens wegen,
Jantje, zal ‘t bij beurten gaan;
lief en leed zal, voor en tegen
‘t herte u en de schenen slaan:
wiegewagen zult ge, en dansen,
tusschen goê en kwade kansen.

Breekt de tak, dan zie ‘k u vallen
diepe in ‘t goor, beneên u daar:
zwicht u, en, bezien ze u allen,
helpende u, met handgebaar,
om nog hooger op te schrijden,
zwicht u, Jantje, en rust in tijden.

21-22/4 '97.