Pagina:Gezelle, Rijmsnoer om en om het jaar (1897).pdf/132

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
één zonne en weet van avond noch
van middag noch van morgen:
van derven noch van donker zijn,
van blinden noch van worgen:
veroorloogt al uw krachten, gij
geweldige aardsche dampen;
ontstelt u, wilde zee; en komt,
gij wolken, haar bekampen:
één zonne alleen, die eeuwig daagt,
die nooit en zal vernachten,
die zonne en kent geen Dalila,
die Samson geen ontkrachten!

11/2/'96.