Deze pagina is proefgelezen
HOE ZEERE VALLEN ZE AF
HOE zeere vallen ze af,
de zieke zomerblåren;
hoe zinken ze, altemaal,
die eer zoo groene waren,
te grondewaard!
Hoe deerlijk zijt gij ook
nu, boomen al, bedegen;
hoe schamel, die weleer
des aardrijks, allerwegen,
de schoonste waart!
de zieke zomerblåren;
hoe zinken ze, altemaal,
die eer zoo groene waren,
te grondewaard!
Hoe deerlijk zijt gij ook
nu, boomen al, bedegen;
hoe schamel, die weleer
des aardrijks, allerwegen,
de schoonste waart!
Daar valt er nog een blad;
het wentelt, onder 't vallen,
den alderlaatsten keer,
en 't gaat de duizendtallen
vervoegen thans:
zoo zullen ze, een voor een,
daarin de winden bliezen
vol luider blijdzaamheid,
nu tonge en taal verliezen,
en zwijgen gansch.
het wentelt, onder 't vallen,
den alderlaatsten keer,
en 't gaat de duizendtallen
vervoegen thans:
zoo zullen ze, een voor een,
daarin de winden bliezen
vol luider blijdzaamheid,
nu tonge en taal verliezen,
en zwijgen gansch.
Hoe zeere vallen ze af,
onhoorbaar in de lochten,
en schier onzichtbaar, in
de natte nevelvochten
onhoorbaar in de lochten,
en schier onzichtbaar, in
de natte nevelvochten