Pagina:Gezelle, Rijmsnoer om en om het jaar (1897).pdf/300

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
Allengskens wordt het stille nu,
  gaan schuilen zijn de winden;
de vlagen wijken ruggewaards,
  en 't regenleger snelt,
beneden, in de geulen en
  de goten, met geweld,
om asem, in den ondergang,
  en veiligheid, te vinden.

Gelukkig dat, in huizen, wij,
  gewonnen en geboren,
de voeten en de vuisten van
  den vijand wederstaan!
hij stooten mag en stampen ons,
  en slingeren en slaan:
al nutteloos gevochten is 't,
  om nieten en verloren!

13-14/12/'96.