Pagina:Gezelle, Rijmsnoer om en om het jaar (1897).pdf/53

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
Het karit en het kurt, nooit moe,
vol vogelvee, heel 't hof, daartoe;
en telkens hoore ik, hier of daar,
den tegenroep van Canteclaar.

't Herleeft entwat, onzeglijk bij
der menschen mond, hoe schrander hij
ook wezen moge, en... ' t leven is,
het leven — Gods geheimenis!

23/3/'95.