Pagina:Grondwet van Suriname (1992).pdf/25

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

b. indien de President de uitoefening van zijn bevoegdheden tijdelijk heeft neergelegd;

c. zolang de President ontbreekt of afwezig is;

d. indien in het geval voorzien in artikel 140 een vervolging tegen de President wordt ingesteld.

TWEEDE AFDELING
BEVOEGDHEDEN VAN DE PRESIDENT

Artikel 99

De uitvoerende Macht berust bij de President.

Artikel 100

De President voert het opperbevel der strijdkrachten.

Artikel 101

De President heeft de leiding over de buitenlandse politiek en bevordert de ontwikkeling van de internationale rechtsorde.

Artikel 102

1. De President verklaart de Republiek Suriname niet in staat van oorlog, oorlogsgevaar of in staat van beleg, dan na voorafgaande toestemming van De Nationale Assemblée.

Deze toestemming is niet vereist, wanneer het overleg met De Nationale Assemblée door overmacht niet mogelijk is gebleken.

2. De President verklaart geen oorlog, oorlogsgevaar of staat van beleg tussen de Staat Suriname en een andere mogendheid als beëindigd, tenzij na voorafgaande toestemming van De Nationale Assemblée. Deze toestemming is niet vereist wanneer het overleg met De Nationale Assemblée door overmacht niet mogelijk is.

3. Ter handhaving van de uit- of inwendige veiligheid, in geval van oorlog of oorlogsgevaar of in geval van ernstige bedreiging of verstoring van de inwendige orde of rust, welke kan leiden tot wezenlijke aantasting van de belangen van de Staat, kan door de President, na voorafgaande toestemming van De Nationale Assemblée, in elk gedeelte van Suriname de noodtoestand worden uitgeroepen.

4. De President verklaart de noodtoestand niet als beëindigd, tenzij na voorafgaande toestemming van De Nationale Assemblée. Deze toestemming is niet vereist, wanneer het overleg met De Nationale Assemblée door overmacht niet mogelijk is gebleken.

Artikel 103

Overeenkomsten met andere mogendheden en met volkenrechtelijke organisaties worden door of met machtiging van de President gesloten en voor zover de overeenkomst dat eist, door de President bekrachtigd. Deze overeenkomsten worden zo spoedig mogelijk aan De Nationale Assemblée medegedeeld; zij worden niet bekrachtigd en treden niet in werking dan nadat zij door De Nationale Assemblée zijn goedgekeurd.