Pagina:Grondwet van Suriname (1992).pdf/26

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

Artikel 104

1. De goedkeuring wordt uitdrukkelijk of stilzwijgend verleend. De uitdrukkelijke goedkeuring wordt verleend bij wet. De stilzwijgende goedkeuring is verleend, indien niet binnen dertig dagen na een daartoe strekkende overlegging van de overeenkomst aan De Nationale Assemblée, door De Nationale Assemblée, de wens wordt te kennen gegeven dat de overeenkomst aan haar uitdrukkelijke goedkeuring zal worden onderworpen.

2. De wet bepaalt de gevallen waarin geen goedkeuring vereist is.

Artikel 105

Bepalingen van de in artikel 103 bedoelde overeenkomsten, welke naar de inhoud een ieder kunnen binden, hebben verbindende kracht nadat zij zijn bekendgemaakt.

Artikel 106

Binnen de Republiek Suriname geldende wettelijke voorschriften vinden geen toepassing, wanneer deze toepassing niet verenigbaar zou zijn met een ieder verbindende bepalingen van overeenkomsten, die hetzij voor, hetzij na de totstandkoming van de voorschriften zijn aangegaan.

Artikel 107

De wet regelt de bekendmaking van verdragen en van besluiten van volkenrechtelijke organisaties.

Artikel 108

De President verleent ere-onderscheidingen van de Republiek Suriname aan daarvoor in aanmerking komende personen op voordracht van de Regering.

Artikel 109

De President heeft het recht van gratie van straffen door rechterlijk vonnis opgelegd. Hij oefent dit recht uit na het advies te hebben ingewonnen van de rechter, die het vonnis heeft gewezen.

BEVOEGDHEDEN MET BETREKKING TOT ANDERE ORGANEN

Artikel 110 [1]

De President is voorts bevoegd tot:

a. het formeren van de Raad van Ministers, na zich te hebben laten informeren, mede op grond van de uitslag van de verkiezingen;

  1. Gew. bij S.B. 1992 no.38.