Pagina:Grondwet voor het Koninkrijk der Nederlanden 2023.pdf/47

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

de kwaliteit van de woningen. In het derde lid wordt aan de overheid de opdracht gegeven voorwaarden te scheppen voor maatschappelijke en culturele ontplooiing en voor vrijetijdsbesteding.


Onderwijsvrijheid

In artikel 23 is vastgelegd dat het onderwijs voorwerp van overheidszorg is, en dat het geven van onderwijs vrij is, behoudens het bij de wet te regelen toezicht van de overheid. Het derde en vierde lid bevatten de grondwettelijke waarborgen met betrekking tot het openbaar onderwijs.

Het derde lid bepaalt dat het openbaar onderwijs bij de wet wordt geregeld, met eerbiediging van ieders godsdienst of levensovertuiging.

In het vierde lid zijn de voorschriften met betrekking tot de aanwezigheid van openbaar algemeen vormend lager onderwijs omschreven. In dit lid wordt ook tot uitdrukking gebracht dat het openbaar onderwijs bij uitzondering ook in andere dan openbare scholen kan worden gegeven. Hiermee wordt verzekerd dat een regeling voor samenwerkingscholen verenigbaar is met artikel 23 Grondwet.


Voorts bevat het grondwetsartikel waarborgen voor het bijzonder onderwijs, met name betreffende de vrijheid van richting van het bijzonder onderwijs en de financiële gelijkstelling van het openbaar onderwijs en het bijzonder onderwijs dat aan bij de wet te stellen bekostigingsvoorwaarden voldoet. Tenslotte wordt aan de regering de plicht opgelegd jaarlijks aan de Staten-Generaal verslag te geven van de staat van het onderwijs.

Voor de diverse vormen van onderwijs is uitgebreide wetgeving tot stand gekomen, bij voorbeeld de Wet op het primair onderwijs en de Wet studiefinanciering 2000. Grondwet voor het Koninkrijk der Nederlanden 2023 | 47