Pagina:Grondwet voor het Koninkrijk der Nederlanden 2023.pdf/51

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd


Hoofdstuk 3
Staten-Generaal


Algemeen

De plaats die het parlement in ons staatsbestel inneemt, wordt niet alleen bepaald door grondwettelijke voorschriften, maar voor een belangrijk deel ook door ongeschreven regels. De in dit hoofdstuk opgenomen bepalingen over de Staten-Generaal laten dan ook ruimte voor de ontwikkeling van ongeschreven recht in ons parlementaire bestel.

Het hoofdstuk Staten-Generaal is onderverdeeld in twee paragrafen: Inrichting en samenstelling, en Werkwijze. De meeste bepalingen hebben zowel op de Tweede als op de Eerste Kamer betrekking.

Op het punt van de samenstelling van de kamers lopen de bepalingen uiteen.


§.1 Inrichting en samenstelling


Karakter Staten-Generaal

Het hoofdstuk begint met de bepaling dat de Staten-Generaal het gehele Nederlandse volk vertegen­ woordigen. In deze bepaling komt het vertegenwoordigende en nationale karakter van de Staten-Generaal tot uiting.


Structuur Staten-Generaal

In artikel 51 is vastgelegd dat er een tweekamerstelsel is. De Tweede Kamer, het direct gekozen deel van de volksvertegenwoordiging, is het staatsrechtelijk en politiek belangrijkste deel van het parlement en wordt daarom als eerste genoemd. Daarnaast is er de Eerste Kamer die ook wel als de kamer van heroverweging wordt aangeduid.

Het aantal leden van de Tweede Kamer is in het artikel vastgesteld op 150, het aantal leden van de Eerste Kamer op de helft daarvan: 75.

Het artikel besluit met de vermelding van de verenigde vergadering. Daarin is het onderscheid tussen beide kamers opgeheven en worden zij als één beschouwd.


Kiesstelsel

Het kiesrecht en de verkiezingen worden op hoofdpunten in de Grondwet geregeld. De Grondwet draagt de wetgever op verder alles wat betreft het kiesrecht en de verkiezingen bij wet te regelen (artikel 59). Dit is gebeurd in de Kieswet.

Beide kamers worden elke vier jaar door middel van verkiezingen opnieuw samengesteld. De verkiezingen worden gehouden op de grondslag van evenredige vertegenwoordiging binnen door de wet te stellen grenzen. Met deze formulering wordt tot uitdrukking gebracht dat de wetgever geen volstrekte evenredigheid behoeft na te streven. Een stelsel van afzonderlijke kiesgebieden of een kiesdrempel is dus niet volledig uitgesloten. Het fundamentele beginsel dat de verkiezingen worden gehouden bij geheime stemming, is in artikel 53 uitdrukkelijk opgenomen. Grondwet voor het Koninkrijk der Nederlanden 2023 | 51