Pagina:Handwoordenboek der Grieksche taal.djvu/11

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
vii
VOORREDE.

Thans bij deszelfs voleindiging rekene ik het niet ongepast, daarvan iets meer te zeggen, en dus den aard en de strekking van het tegenwoordig werk nader aan te wijzen.
Goede Woordenboeken, in welke taal ook, zijn onontbeerlijk. Dan hunne waarde is betrekkelijk, en moet berekend worden naar het bijzonder doel, waarmede zij zijn zamengesteld. Om aan de Nederlandsche Jeugd een soortgelijk hulpmiddel voor de Grieksche taal te leveren, als het Klein Latijnsch Woordenboek van Scheller; moest het vooreerst, een klei- of handwoordenboek zijn ten dienste der scholen, ten. tweede, naar etymologische orde, en ten derde, Grieksch en Nederduitsch. Beide eerste vereischten waren in het voornoemde Hoogduitsche werkje vrij wel vereenigd, en het wordt deswege, met uitzondering van eenige weinige gebreken, te regt aangeprezen in de Jenaïsche allgemeine Literatur-Zeitung, 22 Sept. 1809, No. 221. Het is als het ware een uittreksel, in etymologische orde bijeen gebragt, van het werk van F. W. Riemer, Griechisches Deutsches Handwörterbuch: en dit wederom meerendeels een uittreksel van het grootere Woordenboek van Schneider: althans wat de eerste uitgave betreft; want in de volgende, en vooral in de derde op nieuw bewerkte en vermeerderde, welke te Jena en Leipzig, 1819 en 1820, in twee groot octavo deelen is uitgekomen, heeft de Schrijver veel meer zijnen eigenen weg gevolgd, en veel van het zijne bijgevoegd. De gedurige vergelijking dezer laatste uitgave met het werkje van den Heer Niz, welke men bij de omwerking van dit laatste noodig oordeelde, moest noodwendig verscheidene misslagen in het oog doen vallen, en daardoor tot velerlei verbeteringen en vermeerderingen aanleiding geven. Langs dien weg heeft men getracht daaraan de noodige volmaking bij te zetten, en dus in deze. Nederduitsche omwerking de drie voornoemde vereischten, zooveel mogelijk, te vereenigen. Wij willen dit thans in eenige bijzonderheden ontwikkelen.
Het is geheel iets anders voor Geleerden, iets anders voor Leerlingen te schrijven. Genen kan men een groot werk in handen geven, waarin zonder onderscheid woorden uit allerlei Schrijveren en uit allerlei tijden voorkomen.