Pagina:Harting, Het eiland Urk (1853).pdf/30

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

==)

«

ë Groguwe kalksteen, met cen indruksel van Terebratula fla- Beltula S ow. (*), en cen dergelijk stuk „hetwelk een fragment eener grootere Ferabrafuin bevat, vermoedelijk PT, plicatella Saw. #), als mede een efdruksel van eene Melanie of van cene andere sehelp behoorende tot eon daarmede in vorm na overeenkamend geslacht, Stukken meer gerofd den de vorige, tot van 5 duim,

&. Honte kalksteen, violet, rood, vleeschklenrig, wit en zee- groen gevlekt, fijnkorrelig, zonder kristallen, minder hard en vast dan de Portlandkalk, doch harder dan krijt. Een groot gerold blok van 0,45 el in doormeter, en eenige kleinere stuk- ken zijn in het onderste gedeelte der bedding gevonden. Fos- silen komen er niet in voor,

ú Wit krijt en vuurstenen. Beide zijn door de geheele bed-’ diag verspreid. De stukken krijt zijn alle gerold, de grootste van 3 duim, De daerin voorkomeude Foraminiferen zijn Rofe- lie globosa en Fextilaria geieutaria, dezelfde, die het talrijkst in het Engelsche krijt worden aangetroffen. Ia de nabijheid der vuarsteenknollen bevat het krijt bovendien vele naalden van zeesponzen. De meeste vuursteonen zijn scherpkantige frag- menten. Echter worden er ook verscheidene geheele knallen eangetroffen; de grootste heeft cenen doormeter van 4 duim. Meerendeels zijn zij zwartbruin of bruinachtig geelen half door- schijnend , eenige bleekgeel of roodachtig en ondoorschijnend.

Behalve de genoemde kalkgesteenten bevat de bodem nog talrijke uit koolstofzuren kalk bestaande rolsteenen, die minder duidelijk gekenmerkt zijn, dach gedeeltelijk, tot eeu der be- schreven varieteiten (deny) kunnen gebragt worden; de mees- ten zijn blaanwachtig grijs of grijsachtig wit.

Eindelijk zij hier nog vermeld, dat ik, door tusschenkommst

{'j Afin. Coach. VI. T. 545, fig. 1. GEL. c. V. T. 403, fig. 1.