IN AMSTERDAM TERUG
Al bleek de overtocht naar Rusland niet zoo gemakkelijk als zij verwacht hadden, al hadden zij opnieuw te worstelen met het ijs, waarop volstrekt niet meer was gerekend, toch hield men zich wakker en kloek en in den namiddag van den 4den Augustus had men het vasteland bereikt.
Nova Zembla met zijn smart en zijn lijden lag voorgoed achter hen en in de grootste blijmoedigheid zeilden en roeiden zij de kust van Rusland langs.
Zij hadden een goeden voortgang, zoodat weldra ieder meende, stellig al niet ver meer van Candenoes te zijn. O, wie weet, hoe dicht we er reeds bij zijn, werd er gedacht!
Daar zagen zij met den avond een Russische jol.
„Wacht, ik zal eens vragen of we er al zijn!" zei de schipper. Daarop zette hij, bij wijze van een trechter, de handen aan den mond en luid en vreemd klonk het over de wateren: „Candenoes?—Candenoes?"
Maar in plaats van een bevestigend antwoord riepen de Russen duidelijk terug: „Pitzora!"
Te Pitzora waren zij dus nog maar! Weg was de opgeruimde stemming, verdwenen de bezielende moed en slap hingen eensklaps de riemen neer.
„Maar mannen, het kàn haast niet!" zei de schipper. „Kijk, het kompas wijst toch... Gans elementen! nu be-